Heb jij banden voor jouw Volkswagen Bedrijfswagen bij ons opgeslagen?
Heb jij banden bij ons opgeslagen? Wij sturen jou altijd een e-mail met een link naar onze bandenwisselplanner. Mocht je deze e-mail niet meer hebben, niet hebben ontvangen of heb je een vraag over het wisselen van banden? Neem contact met ons op via:
Optimaal contact met het wegdek vraagt om goede banden. Bij de aanschaf hiervan moet u dan ook kunnen vertrouwen op maximale grip en een stevige wegligging. Maar ook comfort en een laag geluidsniveau zijn belangrijk. Met de bandenservice van Volkswagen Bedrijfswagens weet u precies waar u aan toe bent. Uw Volkswagen bedrijfswagendealer heeft voor elke bedrijfswagen een passende band. Hierbij kijkt hij natuurlijk in de eerste plaats naar uw wensen. Zo kunt u samen een keus maken uit het uitgebreide aanbod, waarbij Continental en Semperit de belangrijkste huismerken zijn.
Bandenhotel
U heeft er geen omkijken naar. Uw zomerbanden kunnen tijdens de wintermaanden tegen een schappelijke vergoeding worden opgeslagen in het ‘bandenhotel’ van Wealer. Wel zo makkelijk. Om ze in conditie te houden, is het goed de banden, voordat ze hun intrek nemen in het hotel, te reinigen. Gewoon met water en zeep.
Bandencodes.
Wat betekent de code 205/55 R 16 91W?
- 205 staat voor de bandbreedte in millimeters.
- 55 is de verhouding tussen hoogte en breedte in %. In dit geval dus 55% van 205 millimeter.
- R staat voor radiaal en is de code voor de opbouw van de banden.
- 16 is de doorsnee van de velg in inches.
- 91 staat voor het draagvermogen van de band. Hier is dit 615 kilogram.
- W is de snelheidscodering en betekent dat de band geschikt is voor snelheden tot 270 km/uur.
Mogelijke codes zijn: T= tot 190km/uur, H tot 210km/uur, V tot 240 km/uur, W tot 270km/uur, ZR harder dan 240km/uur)
Bij extra versterkte banden kunt u verder de lettercode Rf aantreffen, wat staat voor ‘reinforced’.
Bandenspanning.
Een verkeerde bandenspanning kan schade veroorzaken aan uw banden. De juiste bandenspanning staat vermeld in de handleiding van uw bedrijfswagen en meestal ook aan de binnenkant van de tankklep. Deze waarde is afhankelijk van de belasting en de gebruiksomstandigheden. Voor winterbanden mag u in de regel 0,2 bar bij de normale bandenspanning optellen.U kunt de bandenspanning het beste meten bij een koude band. Tijdens het rijden is de bandenspanning normaal gesproken hoger. Hier hoeft u dus niets aan te doen.
Bij een te lage bandenspanning gaat de band bewegen, waardoor hij kan beschadigen. Dit kan zelfs leiden tot een klapband. Daarnaast verbruikt uw bedrijfswagen meer brandstof bij een lage bandenspanning. Controleer de bandenspanning dus regelmatig! Verliest één van uw banden langzaam lucht? Een spijker, defect ventiel of beschadigde velg kan de oorzaak zijn. Raadpleeg Wealer voor advies.
Beschadiging.
Het is raadzaam uw banden regelmatig te controleren op beschadigingen. Want een beschadiging aan de buitenkant kan uw band ook inwendig beschadigen. Raadpleeg altijd Wealer voor een vakkundige reparatie of eventuele vervanging.
Voorkómen van beschadigingen en vroegtijdige slijtage is natuurlijk altijd beter. Zorg er daarom voor dat u uw bedrijfswagen niet te zwaar belast. En vermijd extreme snelheden in bochten en remmen met geblokkeerde wielen.
Schoonmaken van de band.Net als uw bedrijfswagen moeten ook de banden regelmatig schoongemaakt worden. Dit is vooral belangrijk als u de banden opslaat, bijvoorbeeld wanneer uw zomerbanden tijdelijk plaatsmaken voor winterbanden.
U maakt de banden het beste schoon met water, zeep en spoelmiddel. Gebruik geen reinigingsmiddel met oplosmiddel of olie. Dit schaadt het rubber.
Tips!!
- Controleer regelmatig de bandenspanning. De juiste druk voor uw banden staat in de handleiding van de auto en vaak ook aan de binnenkant van de tankklep. De luchtpomp bij het benzinestation vult automatisch de luchtdruk aan tot de waarde die u invult op het display. Voor winterbanden mag u daar 0,2 bar bovenop tellen. Het beste is het om de bandenspanning te controleren bij een koude band. Banden met een lagere bandenspanning dan voorgeschreven slijten sneller, hebben minder grip en beïnvloeden het brandstofverbruik nadelig. Wilt u weten hoe u de bandenspanning kunt meten?
- Meet de profieldiepte. 1,6 mm is het wettelijk minimum, maar als u weet dat een profiel van 3 mm al driekwart minder water kan afvoeren dan het profiel van een compleet nieuwe band, is het verstanding op tijd uw banden te vervangen.
- Als één band is afgesleten en de andere band op dezelfde as nog niet, is het toch beter beide banden te vervangen. ‘Ongelijke’ banden zijn niet bevorderlijk voor de grip. Een ongelijkmatige bandenslijtage duidt overigens vaak op een slechte uitlijning. Een slechte uitlijning kan ontstaan zijn door met het wiel te hard een stoep te hebben geraakt. Een scheef wiel is het gevolg. Het probleem kan verholpen worden door de auto uit te lijnen: het onder de juiste hoek plaatsen van de wielen onder de auto.Check van tijd tot tijd de band op beschadigingen. Grote barsten of uitstulpingen kunnen leiden tot een klapband.
- Vergeet niet uw reserveband regelmatig te controleren. Uw reserveband ligt dan wel ongebruikt in uw auto, soms kan er toch lucht ontsnappen. Controleer daarom ook regelmatig de spanning van de reserveband.